Door: Marjon Lutz
Ik denk dat het nog voor de zomervakantie was dat Jean-Pierre met een veelbelovende blik tijdens mijn bardienst twee partituren op de bar legde. Dat kon maar één ding betekenen: de concoursstukken! Dat we op concours moeten/mogen (?) dit najaar was duidelijk, maar wat we daar dan gaan spelen was nog de vraag. Menig concoursstuk is in mijn ogen een bak herrie waar je ’s nachts badend in het zweet van wakker schrikt. Van die stukken waardoor ik altijd medelijden krijg met het publiek, dat ze al dat lawaai moeten aanhoren. Ondergetekende kritische muzikant dook dus gelijk in haar telefoon om de nieuwe concourswerken te beluisteren op Spotify. Dat klonk niet verkeerd! Het leek in ieder geval op muziek.
Voorbereiden en leren
Fast forward naar de start van het muzikale seizoen 2024/2025, repeteren voor het concours. Zeven december klonk nog mijlenver weg. Beetje rommelen, beetje geinen, niet te veel zorgen maken. Augustus werd september, september werd oktober… en ineens waren we een week voor de eerste try-out. Ondanks vele extra (sectie)repetities die al hadden plaatsgevonden, voelde het niet echt of we er klaar voor waren. Jean-Pierre heeft de gewoonte om regelmatig de repetitie op te nemen, zodat we het terug kunnen luisteren en ervan kunnen leren. Dit deed hij ook de week voor 26 oktober. Ik kan u vertellen, dit gaf mij nog niet echt veel vertrouwen. Nu kent u mijn inmiddels als een kritisch persoon die bij het uitdelen van optimisme niet vooraan in de rij stond, maar toch. Waar ik wel vertrouwen in had? In het feit dat de geschiedenis leert dat dit Orkest wanneer het écht moét ineens een stuk beter gaat spelen.
Try-out
Het idee van een try-out is heel fijn. Je kan op de repetitie wel het idee hebben dat je lekker bezig bent met elkaar, maar met de druk van een publiek dat iets van je verwacht, speelt het toch ineens anders. Ik denk dat deze try-out op het juiste moment kwam, de geprogrammeerde stukken stonden flink in de grondverf. Jean-Pierre had voor het eerste deel een presentatie voorbereid waarin hij uitleg zou geven over de gespeelde stukken. Zowel voor het publiek als voor de muzikante interessante informatie! Na de pauze speelde het Orkest het volledige concoursprogramma achter elkaar. Ook dat was een eerste keer, op de repetitie wordt alles natuurlijk vakkundig in stukjes gehakt en soms eindeloos herhaald. Een goede krachtmeting voor de muzikanten, zou de embouchure het redden?
Inspeelwerk
Een concours begin je altijd met een inspeelwerk. Dit wordt niet beoordeeld, maar we weten allemaal dat je met dit inspeelwerk een heel belangrijke eerste indruk maakt op de jury. Daarnaast kan je met zo’n inspeelwerk even de eerste zenuwen eruit blazen en wennen aan de zaal. Wat voor ons natuurlijk minder belangrijk zal zijn, omdat we weer een thuiswedstrijd mogen spelen in ons Fidus Muziekcentrum.
Ik zal hieronder een poging doen om het muziekcollege van Jean-Pierre samen te vatten, ik hoop dat ik goed heb geluisterd:
Ons inspeelwerk is The Engulfed Cathedral / La Cathédrale Engloutie van Claude Debussy. Het is één van Debussy’s bekendste werken voor piano. Het stuk is het tiende deel uit zijn verzameling Préludes, Livre I, die hij in 1910 componeerde. Dit impressionistische werk staat bekend om zijn mysterieuze sfeer en evocatieve klanken, die de legende van de verzonken stad Ys oproepen. Het stuk is geïnspireerd door een oude Bretonse legende. Volgens deze legende stond er ooit een prachtige stad genaamd Ys aan de kust van Bretagne, die door zondigheid en decadentie ten onder ging en in de zee werd verzonken. Eenmaal per dag rijst de kathedraal van Ys, onder water begraven, even op uit de diepte, waarbij men de klokken en gezangen hoort die door het water worden vervormd. Vervolgens verdwijnt de kathedraal weer in de diepte van de oceaan.
Debussy vertaalt deze mythische sfeer in muziek door gebruik te maken van toonladders en harmonieën die doen denken aan oude kerkelijke muziek. Het stuk begint zacht en laag, met diepe akkoorden die het rijzen van de kathedraal suggereren. Naarmate het stuk vordert, worden de akkoorden groter en luider, alsof de kathedraal volledig uit de zee verrijst. Vervolgens zakt de muziek weer weg in zachtere klanken, die suggereren dat de kathedraal weer onder de golven verdwijnt.
Symphonie de l’eau
Het eerste stuk dat de jury gaat beoordelen is Symphonie de l’eau van Serge Lancen, uit 1992. Het werd oorspronkelijk geschreven voor harmonieorkest en toont de fascinatie van de Franse componist Lancen (1922-2005) voor de kracht, schoonheid en veelzijdigheid van water. Het stuk bestaat uit vier delen, die elk verschillende aspecten van water symboliseren:
- Les Sources (De Bronnen) – Dit eerste deel beschrijft het begin van waterstromen en het ontstaan van bronnen, waar kleine stroompjes samenkomen tot een grotere stroom. De muziek is vaak zacht en helder, met vloeiende melodieën en lichte texturen die de puurheid en frisheid van bronwater oproepen.
- Les Cascades (De Watervallen) – Het tweede deel geeft de kracht en pracht van watervallen weer. Hier wordt de muziek dynamischer en ritmischer, met krachtige melodieën en accentuering die de energie van vallend water suggereren. Het gebruik van koperblazers en percussie versterkt het beeld van water dat in beweging is en met kracht naar beneden stort.
- Les Fleuves (De Rivieren) – In het derde deel komt het water tot rust en neemt het de vorm aan van brede, rustige rivieren die door landschappen stromen. De muziek wordt hier kalmer en majestueuzer, met langzame, melodische lijnen die de uitgestrektheid en kalmte van een rivier uitbeelden. Er is een zekere sereniteit in dit deel, wat het ontspannende, vloeiende karakter van een rivier weerspiegelt.
- Les Océans (De Oceanen) – Het laatste deel bereikt een groots hoogtepunt door de macht en het mysterie van de oceanen te verklanken. Hier horen we soms stormachtige muziek die de immense kracht van de zee verbeeldt, maar ook rustige passages die het diepgaande, mysterieuze karakter van de oceaan weerspiegelen. Het orkest speelt hier op volle sterkte om de oneindige, overweldigende kracht van de zee uit te drukken.
Fantasmagorie
Het tweede te beoordelen werk is Fantasmagorie van Alexandre Kosmicki. Het stuk staat in het teken van het mysterieuze, het onwerkelijke, en heeft een sfeer die doet denken aan een droomwereld vol onverwachte wendingen en schaduwen. De titel, Fantasmagorie, verwijst naar het concept van een “fantasmagorie” of “phantasmagoria” — een term die vaak wordt gebruikt om een reeks spookachtige of bovennatuurlijke beelden te beschrijven. In de 18e en 19e eeuw waren fantasmagorieën populaire vormen van theater waarbij projecties en speciale effecten werden gebruikt om het publiek de illusie van spoken en bovennatuurlijke verschijnselen te geven. Kosmicki speelt in op dit thema door in zijn muziek een magische, soms angstaanjagende sfeer te creëren die de luisteraar door verschillende “scènes” van een droomachtige wereld leidt. Kosmicki’s Fantasmagorie wordt vaak omschreven als “beeldende muziek,” waarbij de luisteraar wordt meegenomen in een auditief avontuur vol beelden en emoties. Zijn compositiestijl kan filmisch genoemd worden, en veel luisteraars voelen zich door het stuk als het ware in een surrealistische film geplaatst.
Samengevat
Een prachtig concoursprogramma, gevuld met Franse componisten. Voor ieder wat wils en ik denk dat iedere muzikant zijn ei goed kwijt kan. Na deze try-out ligt er nog genoeg werk voor het Orkest. Zoals ik van mijn vader leerde: licht opschuren, afnemen en tijd voor een eerste laklaag. 16 november wacht ons een tweede try-out op een dinerconcert, georganiseerd door de Rotary.
Muzikale avond
Het Orkest gaat nog een kleine week vol aan de bak met (extra) repetities, workshops en thuisstudie, om op 7 december te kunnen pieken. Ik hoop dat de zaal afgeladen vol zal zijn om ons te supporten en om hopelijk na afloop een mooi feestje te vieren. Naast ons Orkest zal ook Brassband Amersfoort zich laten horen aan de jury. Zij haalden op 26 oktober maar liefst 91 punten op het Nederlands Brassband Kampioenschap (NBK), dus dat belooft wat!